Één blik uit het raam,
je ziet alleen maar sneeuw.
Één blik in mijn hart,
je ziet alleen maar sneeuw.
Niet dat het zo mooi wit
is daar binnen,
het is er alleen maar zo koud.
Lentedromen koester ik,
want het is er alleen maar zo koud.
Omdat ik genoeg van mensen heb,
harteloze mensen om mij heen.
Die mij geen zonnestraaltje gunnen,
harteloze mensen om mij heen.
Zij dromen zelf ook van de lente,
maar hebben niet door
wat ze met me doen.
Denken dat ze me helpen zo,
maar hebben niet door
wat ze met me doen.
Toch zijn er ook wel die liefde geven,
smelten met lentezon soms wat sneeuw.
En die helpen mij dan verder,
smelten met lentezon soms wat sneeuw.
Laat wat van je horen