Op de flanellen buik van moeder nacht
glij ik de slaap in
Duizelig van de traagheid
na de dag
Witte wolwolken zweven voorbij
Zonder moeite, als een witte roltrap
Wolken die familie vormen
en vrienden
en lieven
en knipogen
en engelen
Die met hun vleugels een hangmat vormen
Iedereen klaar om, wanneer ik slaap, hoge vuren te stoken
Om bloeddorstige wolven op afstand te houden
Tot, ’s morgens de zon die taak overneemt
Laat wat van je horen