De dag glipt onder mijn venster door.
Voorzichtig licht
Zoekt zijn weg.
Langs de muren.
De nacht verliest het overwicht.
Een merel zingt, en nog een.
Mijn ene been uit bed.
Het andere volgt gedwee.
Slaapgelaat in spiegel staart me aan.
Ouder dan gisteren, even jong als vandaag.
Geluk is denken: ik kan nog wel mee.
En dansen als je de trap af gaat.
Laat wat van je horen