De oude vrouw zat op de stoep van ons kantoor. Ik vroeg haar zacht : mag ik er even door ? . Maar ’t was of zij mijn woorden niet verstond. Twee doffe ogen en een saamgeknepen mond, was alles wat er overbleef van haar verdord gelaat waarop de stempel van de hongerwinter staat.
heeft u wat brood voor mij, één boterham ? Eén sneetje maar als u het missen kan ? Ik heb er zelf maar één, ’t is voor de hele dag. Mag ik er door ? Het spijt me….goedendag.
Als ik na uren, als het werk weer is gedaan ’t kantoor verlaat, om naar huis te gaan, zit zij daar nog. Ineengedoken, stil, erbarmelijk en droevig, zonder wil. Haar voze handen rusten op haar schamele schoot…..
Boterham.
Een schok gaat door mij heen, want zij is dood!
Na zoveel jaren blijft dit droeve beeld bij mij. Die ene boterham, dei nooit gegeven werd door mij.
En voel ik nog schuldig om die ene weigering :
Het was haar laatste wens voordat zij sterven ging….
Laat wat van je horen