Het was winter geweest. Het voorjaar kwam
met vlekken van geelte. De bruine aarde kleurde
weer groen. Zoals altijd. Tijd die nooit ophoudt.
Niet te stoppen tijd. Er verschenen bloemen.
Vertrouwde. Maar ook ongekende
geuren. En jouw brieven. En de mijne.
Waarin we elkaar vonden. Kort-
stondig moment van bestaan.
Van leven. Bewust leven. Houvast.
Genegenheid. Er bloeiden rozen. Teder-
heid. Zonder elkaar te kennen.
Witte rozen. Even. Jij en ik. Ons verbond.
Een dunne draad van glas. Het was
winter geweest. En alles was zoals het was.
Laat wat van je horen