Ik liep
door een donkere lange gang.
Met vele zijpaden.
Enkel donker.
Zwart voor m’n ogen.
Dan keek ik opzij.
En zag.
Een trap.
Met op het einde schemerlicht.
En was bang.
Vol met twijfel.
Zal ik nog eens proberen.
Om naar de schemer te kruipen
Al weet ik niet wat dat inhoud
Al ben ik al zo vele keren
Halverweg
Naar beneden gevallen
Gevallen of geduwd
Dat geeft me schrik
En ontneemt me de moed
Om naar boven te kruipen.
Al wil ik het wel.
Het moet me toch ooit lukken.
Om naar de schemer te kruipen.
En zo het licht te vinden.
Laat wat van je horen