Zo stil zo zacht.
Zonder een of ander gedacht.
Lig ik daar te dromen.
Luister ik naar dat teder kloppend hart.
Een tintelende streel over m’n arm.
Een zachte kus van warme liefdevolle lippen op m’n hoofd.
Met jou in m’n leven ,
met jou in mijn hart.
Wordt ons kaarsje niet gedoofd.
Dankzij jou heb ik het weer onweerstaanbaar warm.
Ik vergelijk je met de koele
bries in de woestijn.
Het voelt goed, verzacht de dorst, het verzacht de pijn.
Je bent er altijd, dat vind ik simpelweg zalig, fijn.
Ooit waait hij wat hard.
Maar dat kan gebeuren.
Ik weet dat die bries
nooit zo zal waaien,
Mij zal verscheuren.
Dat waar ik altijd al van droom.
Een jongen die van me houdt.
Een jongen die me vasthoudt.
Jij, mijn jongen..
Bent het mooiste plekje voor mij.
Laat wat van je horen