Ik hielt mijn hoofd niet meer verheven,
toen velen niet zagen
dat ik ze al lang had vergeven
van hun kwade daden.
Waarom ik me hier nog bevond?
Dat dacht ik toen ik mensen hielp.
Waarom ik niet gewoon opstond
en weg liep.
Nooit eens een bedankje.
Nooit eens het vertrouwen geven.
Nooit eens langs voor een drankje.
Hoe kan ik daar nou mee leven?
Ik heb nooit recht van spreken
en de tijd tikt maar voorbij!
Voor je het weet ben ik bezweken
aan mijn hart, ben ik eindelijk vrij
van mijn lot als helpende hand.
Laat wat van je horen