Dat duifje zit daar maar zo alleen.
Zo alleen
en wachtend op haar partner.
Ze zit zo hoog,
Dat ze alles kan zien.
Nee, nee niet alles,
Haar partner niet.
Die is ze kwijt.
Ze kan hem niet meer vinden.
Komt hij nog terug?
Zal hij naast haar komen zitten?
Hee! Daar komt iemand aangevlogen!
Maar het is “hem” niet!
Ze reageert er niet op,
Ze wacht verder.
Ze wacht alleen maar op haar partner.
Ze wordt ongeduldig.
Ze gaat twijfelen.
Wilt ze dit eigenlijk nog wel?
Dat “hij” naast haar komt zitten.
Allebei heel hoog.
Nee, ze wilt het niet meer.
Had “hij” maar wat van zich moeten laten horen!
Duidelijk tegen haar zijn!
Anders kun je ze geen tortelduifjes noemen!
Laat wat van je horen