Ze lag roerloos zacht
in het kingsizebed,
onhoorbaar ademend,
alleen haar lippen vermoeden enig leven,
haar blanke borsten als twee
trouwe vrienden omarmd,
haar huid lichtglanzend als gezandstraald.
Ik kuste haar
bijna onvoelbaar,
schreef woorden als
afscheid
van een bekoelde liefde
over heel haar naakte lichaam uit.
Ze duwde lichtjes kreunend
plooien in de lakens,
strekte slaapdronken haar lichaam
tot welkom aan diegene
die zij dacht lief te hebben.
Ik heb haar toen niet
gemind:
ik hield van haar
en dat was genoeg.
Laat wat van je horen