God komt toe de lof de eer,
Hij leidt ons telkenmale weer
door diepe doodsravijnen.
Hij draagt ons door het dorre dal
Hij is een Helper, overal
waar wij, verdwaalden, kwijnen.
Zijn goedheid is oneindig groot.
Hij hoort ons in de diepste nood,
Zijn liefde kent geen grenzen.
Hij is de bron van ons bestaan.
Hij laat ons nooit alleen begaan.
Zijn offer redde mensen.
Zijn kruisdood bracht een ommekeer.
Hij stelde zich niet in ‘t geweer
In Zijn lijden voor de mensheid.
Zijn weg was zwaar, Zijn angst zo groot,
toch ging Hij door de bittere dood.
En bracht voor ons de vrijheid.
Juich, en zing dan tot Zijn eer!
Roem en prijs Hem, telkens weer!
Glorie aan de God van alle leven.
Zo mag Hij worden groot gemaakt,
Zijn liefde heeft ons aangeraakt.
Ja alle pijn en smart heeft Hij verdreven.
Bezing met blijde jubelstem,
Zijn grote naam, verheerlijkt Hem,
En ga van Hem getuigen.
Dan mag ons lied zijn toegewijd,
aan alle volk’ren, wereld wijd.
Dan zal alle knie zich voor Hem buigen.
In de gouden stad, het Nieuw Jeruzalem,
zingt een koor met blijde stem,
voor de troon van Gods genade.
Kom, er bij en zing ook mee,
In het grote koor van licht en vree,
Uw stem is er van onschatbare waarde.
Laat wat van je horen