O, had ik stilte als de rust,
verlangen die mijn lippen kust,
gedachtes ken ik niet, of pijn.
De rust zal altijd in mij zijn,
dan had ik geen gestress, geen nood,
geen angst geen pijn,
geen haat of dood.
Dan was ik ongekend, en vrij,
want ik vloog elke tijd voorbij.
In rust nu elke dag gedreven,
doorgronden zal ik ieder leven.
Gebonden was ik niet,
geen tijd die mij gesloten had,
nee vrij.
Vrij zal ik zijn, rust zal ik wezen.
Nee, zonder pijn, ja niks te vrezen.
Gewoon de rust, niks meer dan dat,
de stilte, voor altijd gevonden had.
Laat wat van je horen