Een eenzame man op het sterfbed,
Geen lichtpuntje in zijn leven,
Daar een flits, een vallende ster.
Het enige lichtpuntje, voor even.
De klink van de deur gaat omlaag,
De man ziet weer licht, wat kleur,
De deurklink gaat weer omhoog,
Het was een vergissing van deur.
De deurklink weer, vast niet voor hem,
Maar toch hoopt hij weer op het licht,
En eindelijk is het dan toch daar,
Zijn dochter, zijn laatste aangezicht.
Met zijn blik op de deur gericht,
Is de man van zijn dochter heen gegaan,
En de de tranen van de dochter vallen,
Terwijl ze in de deur opening blijft staan.
Laat wat van je horen