Wat k graag mag?
vroeg je mij.
Ik zei: Blauwrode wijn met streel
van vuur in kristallen glas.
Ik dacht: Met tintelende tong lippen likkend jouw vingers vangen.
Werkelijk lusten? vroeg je.
Ik zei: Neen, genieten van.
Ik dacht: lusten is jou in een oksel van de nacht met de treurwilggroene pyama van hese liefkozing aan.
Neen, echt…wat vind je dan lekker?
Ik zei: zelfgebakken brood met hete korsten die geuren naar vroeger.
Ik dacht: Lekker?
Klieven als molenwieken dood je haarnatte zeewierschelp.
Uitmuntende smaak! zei je.
Ik mompelde: Bescheidenheid!
…lachtte toen met rimpeltjes
om je bevreemde blik.
Laat wat van je horen