Elias Gelijk

Kronkelend zijn glibberige
armen om het hart
slaakte hij een laatste zucht
toen Elias hem vedreef
tot in het gitse zwart

Ik hoor hem nog brullen
“Dat God zo rein en zoet als bronne water
niet zou bestaan”
kwijnend in het zout
waarin hij was vergaan

De schelpjes en kraaltjes op de bodem
liggen daar zo vredig
in een vinger lijn van hand
alwaar de haaien schuwen te gaan
waar zijn oorspong brand

Zowaar straalt daar dan toch
een paarlen licht
waarvoor aquarius zwicht
opdat geen achtarmige
zich kan vergrijpen
aan Zijn Heilig licht.

Zeer slechtSlechtRuim onvoldoendeOnvoldoendeTwijfelachtigVoldoendeRuim voldoendeGoedZeer goedUitstekend Beoordeling: 10,00 Stemmen: 1

Laat wat van je horen

*

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten