De stad is stil,
De straten zijn leeg.
Er valt een geruisloze stilte.
Alles is stil zelfs de bomen maken geen geluid,
En opeens is daar een knal,
Een harde doordringende knal.
En daarna nog een en nog een.
Dan is het weer stil.
Opeens is er lawaai,
Heel veel lawaai.
Ik hoor voetstappen en gebonk.
Dan opeens staat er een soldaat in de kamer.
Een soldaat met een geweer.
Hij houdt mijn ouders onder bedwang.
Ze moeten mee.
De hele avond zat ik in angst,
Of ze wel of niet zouden komen,
Of dat, dat misschien nooit meer zou gebeuren.
Opeens hoor ik een schreeuw,
Een ijskoude doordringende schreeuw.
En dan een knal, een nog een knal.
Ik hoor nog wat gestommel en dan is het weer stil.
Een stilte die voor eeuwig blijft.
Laat wat van je horen