Dwalen door het duister.
Voor mijn ogen is alles zwart.
In de verte hoor ik gefluister.
Mijn gedachten zijn verward.
Er lijkt geen eind te komen.
Aan de flitsen in mijn hoofd.
Alle kapot geslagen dromen.
Hebben mijn levensvuur gedoofd.
Het lijkt of niets me kan bekoren.
Mijn hart voelt enkel nog maar pijn.
Een traan wordt weer herboren.
terwijl het zo anders had kunnen zijn.
Stilte is het enige dat is gebleven.
Geluk dat is verleden tijd.
Ik heb de kracht niet door te leven.
In deze ondragelijke eenzaamheid.
Omgeven door al mijn ellende.
Zit ik terug getrokken in verdriet.
De tijd glijd langzaam aan mij voorbij.
En een betere toekomst zie ik niet.
Mijn strijd is nog niet gestreden.
Maar wat heeft het nog voor zin.
Want balancerend langs de afgrond.
kijk ik zo de diepte in.
Laat wat van je horen