Een meisje in een donkere kamer
De klok tikt als een hamer.
Het is al bijna middernacht
Maar aan slapen heeft ze nog niet gedacht.
Er zit veel te veel in haar hoofd
Een brandend lichtje dat nooit dooft.
Er zit zoveel in dat er bijna geen plaats meer is
Alles zit erin van A tot Z als ik me niet vergis.
Ze denkt aan school, moeder en vader
Aan dingen voor later.
Aan wiskunde, muziek en taal
Aan plus, gedeeld en maal.
Volgens mij maakt ze zich te veel zorgen.
Over wat gaat er nu weer gebeuren morgen.
De ogen van het meisje vallen bijna toe
Het is normaal denk ik: ze wordt moe.
Maar ze moet noch piekeren over planten en bloemen
Over de vlinders die vliegen en de bijen die zoemen.
De ogen van het meisje vallen dicht
Maar voor ik stop met dit gedicht…
Het meisje met de denkprik
dat ben ik…
Laat wat van je horen