Achter mijn glimlach,
Zit een traan van verdriet.
Achter mijn glimlach,
Zit een tweede leven
dat niemand ziet.
Ze glimlachte.
Heel hard en breed.
Ze glimlachte, terwijl ze leed.
Toen, rolde er een
traan over haar wang,
Schreeuwde dat ze het niet meer kan.
Paniek, verderf, oorverdovend geluid.
Nog één glimlach,
kreeg ik naar me toegegooid.
En toen was het uit.
Een harde knal,
Een pats, een boem.
Een gelukkig meisje,
Tot aan toen.
Ze kon er niet meer tegen,
Ze was nooit verlegen,
Ze was nooit verdrietig,
Dachten wij.
Maar gelukkige meisjes,
Zijn niet altijd blij.
Een masker van blijdschap,
Een hart vol verdriet.
Maar niemand, nee,
niemand die dat ziet..
Laat wat van je horen