Hier tussen bruine klauwen grijpend naar de zon
is waar ik mij in wolken laat meevaren,
meevaren naar waar niemand anders komen zal
ik waan mij in een donkere ruimte,
waar de koude lucht iets onverstaanbaars influistert
en waar zelfs de grond rilt van angst
terwijl ik hier loop word ik vastgegrepen
het is een hand reikend uit de grond
hij behoedt mij voor het gevaar dat komen zal
maar ik loop stug door,
dieper het duister in
ondertussen stort een huis in van verdriet
waarna een vloedgolf van tranen
mij overspoelt
mijn ogen staan open,
wanneer ik ontwaak
ik wrijf mijn handen over het groene tapijt
terwijl zonnestralen mijn huid zachtjes strelen
Laat wat van je horen