Op een dag speelde ik met de bal.
hij stuiterde in de hal.
en stuiterde in de kelder.
daar was het niet helder.
ik was bang en alleen in de duister.
ik was zo bang dat ik in me zelf –
fluister.
ik ben heel erg bang.
ik ben hier al lang.
kijk daar in de kast vol met boeken.
en de kelder vol met hoeken.
daar op de grond een enge, vieze doek.
en daar een vuile bal niet van mij
en ik zoek.
opeens ,me moeder roept.
gauw naar boven.
Laat wat van je horen