Strompel voort, ploeter door
Voorbij je laatste grens
Voor dat intens verlangen,
De koestering en wens
Om nog eens die zee te zien
Die leeft in je herinnering
Van een visioen binnenin
Met water, horizon,
Zilte wind in warme zon,
Golven die zich in verleden
Van tijden lang geleden
zich boven drenkeling,
Zeeman, of ik, enkeling
In een laatste blik,
denk ik.
Zich ooit sloten.
Gevolgd door de rust der doden…
Onder de wonderlijke koepel die hemel is.
Zo ruig versierd met wolken.
Als golven die op wind kolken.
En Dat, wat leven en wezens omvat,
Niet slechts dit, maar ook al dàt.
Alles voorziet van aards gerief.
En zich daarin in diepte verliest…
Laat wat van je horen