De wegwerpmens,
Een nieuwe solicitant
bied zich aan bij de baas.
Na een gesprekje en wat
vragen dacht ik, ik ben aas.
“Met mij kan je heel
veel geld weten te vangen.”
En veel zwarte overuren,
ik word rijk!
t’Was mijn verlangen.
“Na een jaar of twee maak
ik je gek”, sprak de man.
“Zodat je met de kennis die je hier opdoet, niet concureren kan”.
“Deontologis gezien kom
je dan op de ziekenkas”.
“En zo verdwijn je weer
stilletjes in een sas”.
“Het liefst van al had ik je
in mijn meststoffen gedraaid”.
“Pas zo kon je je “helemaal” geven, geen mens die ernaar kraait”.
“Ik kom alleen maar mijn arbeid verkopen”was mijn woord.
“En mij in meststoffen draaien,
dat is moord!”
Zo werd ik al bijna
gek van de schrik.
De baas zei:
“Met u ben ik in mijn schik”.
“Ik laat nog iets weten
waneer de motor start”.
Meer dan twee jaar heb ik
er gewerkt met een bang hart.
“Je word hier een ander mens”!
Was de leuze.
Moet dat dan echt?
Heb ik nog een keuze?
O nee, een keuze was
niets meer voor mij.
En dacht meteen, nu ben ik erbij.
Ik was psychis gebonden en contractueel.
Lag aan deketting en de baas zei:
“Ik beveel”.
Elkaar vernederen was
de nieuwe mentaliteit.
k’Had het niet geleerd,
kwas van een andere tijd.
Reddeloos werd ik
en voor altijd verloren.
“Jij bent toch op een tractor geboren?”
Daar had ik naast gekeken.
Het was één grote list,
k’zou nu wel verbleken.
Om een selectie door te voeren op mensen.
Stressbestendig of platte pensen.
Ben je een stoere kast?
Of erfelijk met iets belast?
De baas zal het wel uitmaken.
En je desnoods definitief kraken.
Laat wat van je horen