Op een grote ronde steen.
Kijk, daar gaat een slakje heen.
Het water glijd over zijn voet
en dat doet hem zichtbaar goed.
Het maakt hem krachtig en ijdel.
Het water dat langs hem sijbelt.
Met zijn huisje op zijn rug.
Traag omhoog en weer terug.
Hij heeft plezier met het water.
Maar verdwenen is hij later.
In de tuin van zoveel groen.
Wandelt hij in het platsoen.
Eet de blaadjes helemaal kaal.
Want het is zo’n heerlijk maal,
kruipt daarna in zijn huis terug.
En slaap na een diepe zucht.
Laat wat van je horen