De sint had een probleem o jee.
Want een gedicht schrijven valt niet mee.
Hij zei, ik kan niets verzinnen.
Waar moet ik toch beginnen?
Sint begon toen te slijmen.
Jij bent toch zo goed in rijmen?
Je laat me toch niet in de steek?
Anders raak ik pas echt van streek!
“natuurlijk, Sint, u kunt op mij rekenen.
Ik zei, wat kan ik voor u betekenen?
Maar ja, ik kan ook niet dichten.
En zal dus niet veel verrichten.
Wat ik ook probeer en aanricht.
Hij blijft een waardeloos gedicht.
Uren, dagen, maanden loop ik te denken.
Wat kan ik dichten bij jou geschenken.
Misschien iets met de computer.
Maar dat word ook weer zo’n geploeter.
Of “hopelijk ben je met dit cadeautje blij”
Meer regels komen er niet uit bij mij.
Ik hoop dat je dat niet erg vind.
Anders word ik ontslagen door de sint.
Dan ben ik een werkloze piet.
Want rijmen, dat kan ik echt niet!
Laat wat van je horen