Vlak voor het raam broed de merel.
Een nestje zo schoon gebouwd.
De eieren kleuren het nestje af.
Kijkend volgend sta ik paf.
Ook het mannetje speelt een rol.
En mijn buik raakt vertederd vol.
Hoe dat stel daar vol van trouw.
Zoveel van elkander hou.
Nu zei op het nest gaat zitten.
Zit het mannetje niet te pitten.
Hij houd alles in de gaten.
Zingt voor haar het schoonste lied.
Weet zeker dat zei daarvan geniet.
Vanuit het raam nog geen meter weg.
De liefde en de eieren zijn gelegd.
Het liefdes paar met straks hun kroost.
Het voelt als een ware troost.
Laat wat van je horen