Een oude lamp knippert
de duisternis tegemoet,
soms even helder en licht,
dan weer donker en afwezig,
zoals die oude lamp
is ook mijn gemoed,
mijn lief; waar ben ik
toch mee bezig!
Mijn hoofd loopt over
van gedachten aan jou,
jij ziet mij niet staan,
en helaas zal dat ook zo blijven,
ik laat kansen schieten uit misplaatste trouw,
ach mijn lief; soms kunnen
gedachten je leven leiden!
Een oude lamp sterft
een langzame dood,
uiteindelijk is het
draadje dan echt door gebrand,
vanaf dan is de lamp een vage herinnering, nog slechts schroot,
mijn lief; ik doe dan mijn
volgende woorden gestand!
Ik hou van jou,
dus wil jou gelukkig zien,
jammer dat, dat moet in
de armen van een andere vlam,
en ach, ergens zal het
best wat pijn doen misschien,
maar mijn lief; ik moet
zorgen dat ik verder kan!
Die oude lamp is er straks niet meer,
verwijderd uit de fitting
en afgevoerd als schroot,
vervangen door een nieuwe peer,
mijn lief; niet meer;
niet langer jou devoot!
Daarom schrijf ik dit nu op,
ik wil je dit vertellen,
straks ben je slechts
nog een litteken,
met een vage herkomst,
dan zit je niet langer
vast in mijn kop,
hoef ik niet meer de behoefte te bedwingen je te bellen,
voelen die flirts met die andere man niet langer als dolksteken,
en kunnen we allebei verder
met onze toekomst.
Een nieuwe lamp schijnt
helder en fel,
verlicht de wereld om mij heen,
verdrijft die recente donkere hel,
mijn lief; dan, niet nu,
maar straks… dus later…
ben ik weer op de been.
Laat wat van je horen