Ik lees de poetische zinnen
van een dagboek weg.
De dagen verstrijken in minuten.
Ogen stil, mond vermoeid een droom nabij.
Een boek van vergeelde bladzijden te zwaar.
Het katoen voelt als moederlijke handen.
Licht, lavendel en vanille.
Dan verschijnt een vaderlijke liefde aan raamszijde.
Koplampen inspecteren de kamer.
Dicht slaat de portier,
open een verlangen.
De bestuurder maakt het bed kleiner.
Vader, zoon en moeder herenigd.
In enkele ademhalingen versterf ik tevreden.
Laat wat van je horen