Herinner je nog onze kinderjaren ?
We speelden gewoonlijk samen
Soms in de korenvelden
Soms in de weiden.
Wij waren niet bang voor koeien
En het paard at uit onze handen.
De boer was een kennis van ons
Zo kregen wij nooit de bons.
Herinner je nog die eerste zoen ?
Wij waren amper tien toen !
Ik plukte de mooiste wilde bloemen
En maakte zorgvuldig een boeket
Dat je nadien werd aangeboden
Met knieval, handkus en pret.
Wij zochten de klavervieren
In het gras onder de dieren.
Herinner je nog die mooie tijd ?
Ik wel, en tot mijn grote spijt
Moet ik je toevertrouwen
Dat ik eraan denk om reden
Dat ik geen kans mag hebben.
Ik heb geen klavervier meer gevonden.
Eenzaam in mijn grijze kamer
Mis ik nu het geluk van vroeger.
Laat wat van je horen