De stoere struise zeeman
kon dragen wat hij wou
in zijn blootje, naakt, hij had nooit koud.
Trots als een echte man.
Een lang leven lang leidde hij een leven
op de zee, een zeeleven vol leven.
Hij leidde een leven, de zee deed hem lijden.
Een leven vol leven en strijden.
Tot het water niet meer vloeide
en de vis hopeloos zocht naar lucht.
Zoals de geluidloze zucht
die zich met iedereen en alles moeide.
Hij was een stoere en struise zeeman.
Niemand die hem klein kreeg,
enkel de zee die naar de hemel steeg.
Hij wás een man van de zee.
Laat wat van je horen