Je ligt in je bed
Je bent te moe om op te staan
Je luistert naar de mensen
die de gang door gaan
het is dag en zo weer nacht
het lijkt zo kort die dagen
toch gaan de uren niet zo snel
wanneer zal ik moeten gaan
dat zit ze zich af te vragen
dag ma ik ben er weer
ik kom even langs
ze kijkt naar haar dochter bij de deur
ze ziet ze heeft de krant
leg het maar neer
haar stem trilt vermoeid
wanneer kom je weer
ik denk over een paar uur
dan zie je me wel verschijnen
blijf nu lekker in je bed
dan zal de moeheid wel verdwijnen
ze zucht en sluit haar ogen
haar oude handen vouwt ze ineen
ze fluistert Heer neem mij toch mee
verlos mij van deze pijn
ik wil wel verder maar
het gaat niet meer
mag ik bij u zijn
ze is niet meer
God heeft haar weggenomen
Alleen haar lief gezicht is bleek
En met gesloten ogen
Nu heeft ze geen pijn
en geen verdriet
De dood is verdreven
Ze zingt nu God ter eer
Voor altoos geeft ze Hem de eer
die haar zonden heeft vergeven.
Laat wat van je horen