Laatst sprak ik haar,
alleen en verloren.
Ze dacht niemand toe te behoren,
want alleen stond ze daar.
Zeg, zei ze, heb jij enig idee
hoeveel zij van hem houdt?
Mijn dochter, die straks trouwt,
die ging zomaar met hem mee.
Mevrouw, wat akelig voor u,
ik stamelde wat medelij.
En wat doet u nu,
gooide ik vertwijfeld nog erbij.
Intresse wilde ik tonen,
zij wilde wederzijdse liefde weten.
Haar dochter erom belonen,
maar die leek haar vergeten.
Ach, (ineens kwam er een ommezwaai)
eigenlijk weet ik dat ze van me houdt.
Jongedame, bedankt en good bye,
mij rest nu zilver, haar het goud!
Laat wat van je horen