In armoede komen geeft een naar gevoel.
Met om je heen een arme boel.
Het doet verdriet en pijn in je hart.
Jij bent rijk vanaf je leven start.
Daar sta je dan met mooie kleren.
Die mensen zullen je daarmee eren.
Ze kijken je met hun mooie ogen aan.
Veel verdriet zie je er in staan.
Je wilt iets geven dat moet gewoon.
Je vergelijkt hem met je eigen zoon.
Spruitjes lust jouw zoontje niet.
Dat arme kind geniet.
Voor het hele dorp heb je niet zat.
Misschien wel samen met je hele stad.
Maar als de hele wereld iets geeft.
Zie je dat heel Afrika genoeg heeft.
Waarom willen mensen altijd veel spullen.
Veel belangrijker is pompen met water vullen.
Dus waarom kunnen mensen niet iets kwijt.
Als je zelf arm was heb je daarvan spijt.
Laat wat van je horen