Scholen vis gehuisvest in roemloos wrak
IJskristallen in de harten van liefde
Lentebloemen in doodskist van sneeuw
Roos op ’t podium van de ster verwelkt
Man met de zeis begrenst de lijdensweg
Ook de magnetron van geluk gaat stuk
De jonge huid brokkelt als oude kaas
En zelfs de dood slaapt voor eeuwig in
Maar na eeuwigheid volgt ’n nieuw begin
Alles vergaat maar wiel blijft draaien
Tijdperken zijn slechts tijdelijk
Geen kalender overleeft het vuurwerk
Gewonnen bekers anoniem onder het stof
En cups die glimmen, blinken maar even
De gereïncarneerde zal nooit dezelfde zijn
Wat is dat wordt, en wat wordt verwordt
Mijn kind groeit uit tot volwassene
Nog mijn zoon en toch ’n ander mens
Niets is onveranderlijk, alles vergaat.
Laat wat van je horen