Het is zomer.
Warm, warmer, warmst.
Het is stil, o zo stil.
Het is herfst.
Fris, frisser , frist.
Bladeren vallen van de bomen.
De gezelligheid moet weer komen.
Het is winter.
Koud , kouder, koudst.
Kerstboom,
Kerstman, kinderdroom.
Het word lente.
Vogels fluiten, lekker weer.
Dan besef ik.
lente……..
Meer en meer.
Laat wat van je horen