Aan God gewijd

Alle planten, alle bomen,
alle zaden, die nog moeten komen.
Dat alles is aan God gewijd.

Alle stromen, zeeën, beken,
alle wateren, in alle streken.
Dat alles is aan God gewijd.

Alle bergen, heuvels, dalen,
sterren, manen,
en zonnen die stralen.
Ze zijn allen aan God gewijd.

Alle vogels, alle dieren,
vissen, die in ‘t water welig tieren.
Ze zijn allen aan God gewijd.

Vogels, die de lucht bevolken,
alle winden, alle hemelwolken.
Ze zijn allen aan God gewijd.

De wereld met zijn getijden,
de mensheid,
met al zijn vreugd en lijden.
Dat alles is aan God gewijd.

Zo zal eens, in woord gegeven,
Heel Uw schone schepping weer herleven.
Herleven, in Uw Koninkrijk!